Pestprotocol VBS Eernegem – Bekegem

Uitgangspunten bij ons pestprotocol:

Als pesten en pestgedrag plaatsvindt, ervaren we dat als een probleem op onze school zowel voor de leerkrachten als de ouders, de kinderen, de gepeste kinderen, de pesters en de ‘zwijgende’ groep kinderen.

De school en de ouders hebben een inspanningsverplichting om pestgedrag te voorkomen en aan te pakken door het scheppen van een veilig pedagogisch klimaat en een pedagogisch verantwoorde speelruimte waarbinnen pesten als ongewenst gedrag wordt ervaren en in het geheel niet wordt geaccepteerd.

Leerkrachten en ouders moeten tijdig inzien en alert zijn op pestgedrag in algemene zin. Indien pestgedrag optreedt, moeten leerkrachten en ouders duidelijk stelling en actie ondernemen tegen dit gedrag. We hebben samen als ouders en leerkrachten een gedeelde verantwoordelijkheid.

Wanneer pesten, ondanks alle inspanningen weer optreedt, voert de school de uitgewerkte protocollaire procedure uit.

Dit pestprotocol wordt door het hele team en de oudervertegenwoordiging onderschreven . De ouders krijgen het volledige protocol aangeboden samen met het schoolreglement. Beide documenten worden door de ouders ter akkoord verklaring ondertekend.


Inhoud van het pestprotocol

Het pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordigers van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat men pestgedrag op school niet accepteert en volgens een vooraf bepaalde handelswijze gaat aanpakken.
De Vrije Basisschool Eernegem-Bekegem wil voor alle kinderen die de school bezoeken een veilige school zijn. Dit betekent dat de school expliciet stelling neemt tegen pestgedrag en concrete maatregelen voorstelt bij voorkomend pestgedrag.


Protocollaire maatregelen

A. De maatregelen en procedures worden op één lijn gezet.


Deze lijn wordt gevolgd indien een geval van pesten is gemeld. Ze vallen op te delen in preventieve (=hoe kunnen we vermijden), curatieve (=hoe kunnen we genezen) en repressieve (=hoe kunnen we straffen) maatregelen.

Preventieve maatregelen zijn maatregelen die belangrijke aandachtspunten zijn, en sowieso in elke klas een rode draad moeten vormen doorheen het jaar.

Instrumenten aan leerkrachten aanbieden met als doel hun leerlingen sociaal vaardiger en/ of weerbaarder te maken

Binnen verschillende vakgebieden (catechese, wereldoriëntatie, …) sociale vaardigheden aan bod laten komen.

De leerkracht bespreekt met de leerlingen de algemene afspraken en regels in de klas (zie bijlage :10 gouden regels) aan het begin van het schooljaar en herhaalt veelvuldig de gemaakte afspraken gedurende het schooljaar.

Op schoolniveau worden de ’10 gouden regels’ afzonderlijk per maand op muzische wijze in de aandacht gebracht.

Curatieve maatregelen zijn maatregelen die de bedoeling hebben om de scheef- gegroeide situatie opnieuw recht te trekken. Er wordt met de verschillende partijen samengewerkt zodat de klassfeer opnieuw leefbaar wordt. Het spreekt voor zich dat de volgende maatregelen pas genomen worden eens er een pestprobleem is.

Het is belangrijk dat pesten gemeld wordt. Vaak is het zo dat de dichtste betrokkenen het pesten slechts als laatste onder ogen zien. Meldingen kunnen komen vanuit de kinderen, ouders, de klastitularis, de andere leerkrachten of derden.

Tijd vrijmaken als ouder/leerkracht om over het probleem te praten met de pester/gepeste met als rode draad: Pesten op onze school wordt niet
geduld!

Wanneer het probleem zich opnieuw stelt, observeren van de situatie door de leerkracht op de eerste plaats, de zorgcoördinator en de directie.

Daarnaast worden er, na overleg met leerkracht, directie, zorgteam en CLB, enkele begeleidende stappen op verschillende niveaus (klas-,leerlingen-, school-) ondernomen . De inhoud van deze acties is heel afhankelijk van de leeftijd en situatie. De ouders krijgen de nodige feedback (= de nodige informatie) omtrent de begeleidende stappen.

In sommige gevallen zijn deze begeleidingen binnen de school ontoereikend om een antwoord te bieden op een situatie. Het kan het zorgteam dan beter lijken dat leerlingen (pester/gepeste) professionele hulp aangeboden wordt buiten de school om. (Zie verder in deze bundel) Dit in samenspraak met de ouders.

Repressieve maatregelen

De observaties worden met de pester/gepeste besproken door de leerkracht en de zorgcoördinator die samen een strafmaat bepalen. Daarnaast probeert men de sociale vaardigheden van de pester te optimaliseren.

Bij het uitblijven van een positieve evolutie wordt de procedure gestart beginnend van schorsing om tenslotte over te gaan tot definitieve uitsluiting.

De school zal dan samen met de ouders van de pester op zoek gaan naar een andere school. (zie schoolreglement pag. 40-41)

B. Concrete pedagogische invulling als handvat van het pestprotocol

Formulieren en procedures leiden op zichzelf niet tot het verdwijnen van ongewenst gedrag.
Het is belangrijk een klimaat te scheppen waarbij pesten uit den boze is en waarbij op ongedwongen wijze hulp kan geboden worden aan alle partijen.

De gepeste moet zijn/haar verhaal kwijt kunnen aan de leerkracht of de zorgcoördinator of de directie. Het kind kiest een vertrouwenspersoon die samen op stap gaat om het probleem te erkennen, te herkennen en als mogelijk op te lossen.

Deze vertrouwenspersoon koppelt het probleem vervolgens terug naar de direct betrokken leerkracht alsmede de zorgcoördinator en de directeur van de school. Het CLB wordt geraadpleegd en speelt kort op de bal waar nodig. Geheimhouding van dit probleem moet bij deze terugkoppeling gewaarborgd zijn.

De leerkracht heeft een zeer belangrijke rol. De leerkracht zal helder en duidelijk moeten maken dat dit ongewenste gedrag volstrekt niet geaccepteerd wordt.
De leerkracht biedt in eerste instantie de gepeste leerling bescherming, spreekt ernstig met de pester en zijn ouders en richt zich vervolgens op de zwijgende middengroep.


Hulp aan het gepeste kind

De begeleiding van het gepeste kind is van groot belang. Het kind heeft recht op professionele zorg vanuit de school m.n.
Gesprekken met de vertrouwenspersoon
Naast incidentele momenten is het van belang ook vaste momenten van gesprek in te bouwen. Het doel is dus tweeledig: Zowel het signaleren als het verwerken van vorige ervaringen. Er wordt een verslag van gemaakt.
Schriftelijke verwerking door het kind. Het kind kan zijn/haar ervaringen kwijt in een ‘verwerkingsschriftje’. Een vertrouwelijk instrument tussen de vertrouwenspersoon en het kind. Het kind krijgt op die manier de gelegenheid de traumatische ervaringen van zich af te schrijven /tekenen.
Wanneer de draagkracht van de school ontoereikend is om het probleem op te lossen, kan externe professionele hulp voorgesteld worden.
De ouders worden geïnformeerd.

Hulp aan de pester

Ze hebben ook recht op hulp. Ze zijn vaak niet in staat om op een sociaal aanvaardbare manier met anderen om te gaan en hebben daar onze professionele hulp bij nodig:
Een gesprek dat gevoerd wordt als slecht nieuwsgesprek. Er wordt een verslag van gemaakt. Er volgt een duidelijke afspraak voor een vervolggesprek op termijn ongeacht de ontwikkelingen.
Pestgedrag wordt aan alle personeelsleden gemeld , zodat iedereen alert kan reageren
De ouders worden geïnformeerd.
Van alle gesprekken met de pester en/of ouders worden verslagen gemaakt door de leerkracht. Tijdens de gesprekken gaan we op zoek naar de oorzaak van het pesten. We proberen de pester gevoelig te maken voor hetgeen hij/zij aanricht bij het gepeste kind.
Wanneer de draagkracht van de school ontoereikend is om het probleem op te lossen, kan externe professionele hulp voorgesteld worden.
Als het pestgedrag blijft voortduren, zullen de ouders geadviseerd worden te kijken naar een andere school voor hun kind. (zie schoolreglement pag. 40-41)

Hulp aan de zwijgende middengroep en de meelopers/h3>

Een belangrijke groep in de aanpak van het probleem. Ze moeten actief betrokken worden bij het creëren van een gezonde sfeer binnen de klas/school.
Als de groep eenmaal in beweging is gebracht, hebben de kinderen die pesten veel minder te vertellen.
Deze middengroep is te mobiliseren, niet alleen door de leerkracht, maar ook door de ouders. De directie licht de ouders van de middengroep in, na overleg met het zorgteam.

Hulp aan de ouders

Voor de ouders van het gepeste kind is het van belang dat de school ernst maakt met de aanpak van het pesten. Met de ouders van het gepeste kind zal overleg zijn over de aanpak en de begeleiding van hun kind.
De ouders van de pesters moeten absoluut op de hoogte zijn op welke wijze hun kind begeleid wordt. Ze hebben recht om te weten dat hun kind onaanvaardbaar gedrag vertoont dat dringend verbetering behoeft.

De ouders van de zwijgende middengroep moeten zich bij de leerkracht kunnen melden.
Er moet een klimaat geschapen worden waarin duidelijk is dat de school open staat voor dit soort meldingen.

Praten over pesten is fundamenteel iets anders dan klikken. Ouders kunnen daarin ondersteunen en begeleiden.

Gouden regels

Als ik zie dat een kind gepest wordt, dan vertel ik het aan een leerkracht of aan mijn ouders. Dat is niet klikken!

2. Ik aanvaard dat andere kinderen er ook heel anders kunnen uitzien!

3. Ik laat een ander kind meedoen aan mijn activiteiten!

4. Ik draag zorg voor de spullen van een ander!

5. Ik spreek een kind beleefd aan met zijn of haar juiste naam!

6. Ik maak met de ander veel plezier, maar lach die niet uit!

7. Ik praat gezellig met andere kinderen, maar roddelen hoort er niet bij!

8. Ik zorg dat een ander zich goed voelt!

9. Ik aanvaard een ander kind zoals hij/ zij is.

10. Is er ruzie, dan probeer ik het eerst uit te praten. Lukt dat niet, dan vraag ik de hulp van een leerkracht.