Pedagogisch project

1. EERSTE PIJLER: Inspirerende kracht


Het christelijk geloof is de inspirerende kracht van onze VBS Eernegem-Bekegem.


De godsdienstmomenten zijn eigentijds en worden door de personeelsleden verzorgd.
Samen vieren en samen eucharistie vieren brengt ons bij de inspirerende kracht.

 

We beleven deze kracht op een eigentijdse manier in het liefdevol omgaan met elkaar.


Op onze school gaan we zorgzaam om met elkaar. We zijn leerkrachten en kinderen die elkaar dragen, verdragen en verder dragen.
Onze leerkrachten en kinderen staan open voor elkaar en praten met elkaar (o.a. het pestprotocol,…).

 

Samen zoeken we hoe kinderen in verbondenheid kunnen groeien tot geëngageerde ‘contente’ mensen.


Onze leerkrachten en leerlingen worden samen betrokken bij het schoolgebeuren. Dit merk je in het samen organiseren en uitvoeren van feesten en acties : bv. schoolfeest, Broederlijk Delen,….
Contente kinderen en ouders….daar gaan we voor.

 

Allen samen : de leerlingen, de ouders, de leerkrachten, het zorgteam, de secretariaatsmedewerkers, het onderhoudspersoneel, de beleidsondersteuner, de directie, het schoolbestuur, zijn we verantwoordelijk om dit te realiseren.
We zijn een school op mensenmaat. Vanuit onze inspiratie dromen we er van om voor elk kind te bouwen aan de best mogelijke toekomst. Zij zijn trouwens het mooiste geschenk waar we mogen voor werken.

 

2. TWEEDE PIJLER: Leren leven met hoofd – hart – handen

 

Vertrekkend vanuit de leefwereld van het kind zorgt het team voor een aantrekkelijk en gevarieerd aanbod.
We willen werken aan hoofd, hart, handen van onze kinderen d.w.z. werken op verstandelijk, religieus, lichamelijk en sociaal vlak.
Door de keuze van ons aanbod evalueren we het willen, het kennen en het kunnen.
Vanuit dit aanbod laten we de kinderen geleidelijk groeien tot sociale, zelfstandige mensen in de wereld.

 

3. DERDE PIJLER : Stimulerend onderwijzen

 

Tijdens het werken aan een stimulerend opvoedingsklimaat zien we elk kind als een unieke persoonlijkheid.
Vanuit een ontmoetende leerkrachtenstijl zijn we samen onderweg naar kwaliteitsvol onderwijs.
Via een doeltreffende didactische aanpak werken we voortdurend aan de talenten en waarden van de kinderen.

 

4. VIERDE PIJLER: Werken aan de ontplooiing van elk kind, met brede zorg!

 

a. Het leren van elk kind als uitgangspunt


Het uitgangspunt van onze zorgvisie is het leren van elk kind.
Dit leren is afhankelijk van de tijd die het kind nodig heeft en de tijd die het wil nemen om te leren.

De tijd die een kind nodig heeft om te leren is afhankelijk van de aanleg, de bekwaamheid, de leraar en de leerinhoud. De aanleg, die het kind meekreeg bij de geboorte, is niet te beïnvloeden door de school. De andere factoren zijn wel positief te beïnvloeden. Op die manier kan het leren van het kind verbeterd worden.

De tijd die het kind wil nemen om te leren is afhankelijk van zijn belangstelling, zijn motivatie en zijn inzet (wilskracht).


Ons zorgbeleid is dus de meerwaarden die onze school toevoegt om de bekwaamheid, de belangstelling, de motivatie en de inzet van de kinderen te optimaliseren. Het besteedt ook de nodige aandacht aan de leerinhouden en aan het handelen van de leerkracht als spil van de zorgverbreding.

 

b. Spilfiguur: de leerkracht

 

Binnen de zorgverbreding is de leerkracht de spilfiguur.
De leerkracht moet zich voortduren de volgende vragen stellen:

 

  • Hoe kan ik op een positieve wijze bekwaamheid, belangstelling, motivatie en inzet bij mijn leerlingen beïnvloeden zodat ik elk van hen optimale leerkansen bied?
  • Hoe kan ik mijn leerlingen een trapje hoger brengen in hun ontwikkeling?
  • Hoe ben ik als leerkracht, hoe zijn mijn leerinhouden, hoe kan ik mezelf ontwikkelen?

 

De leerkracht zelf is verantwoordelijk voor het ondersteunen van het leren van elk kind en de uitwerking van een brede vorming (Hoofd – Hart – Handen) binnen zijn/haar klasklimaat.
In zijn opdracht als spilfiguur wordt de leerkracht, vanuit zijn hulpvragen ondersteund door zijn school als organisatie, door een interne begeleiding (directeur, taakleerkracht, zorgcoördinator, GOK-leerkracht) en door externe begeleiding (CLB en pedagogische begeleidingsdienst).


De school biedt alle mogelijkheden om de professionaliteit van het team te verhogen, zowel in teamverband als op individueel niveau. Toch hier zijn er ook grenzen op het vlak van tijd en organisatie. Opleidingen naar specialisatie worden zeker niet verwacht.


Bijscholing op pedagogisch – didactisch gebied wordt gestimuleerd.

 

c. Zorg heeft ook zijn grenzen

 

Aangezien de aanleg van een kind niet beïnvloedbaar is en de draagkracht van de school niet oneindig is, moeten we ons de vraag stellen: “Kan elk kind kwaliteitsvol opgevangen worden in onze school?”

Wanneer kunnen we geen kwaliteitsvol onderwijs meer aanbieden aan een kind?

 

  • Als een kind zich niet meer kan ontwikkelen en geen leerwinst meer maakt in het voorziene doelenpakket van de klas.
  • Als de klassituatie niet meer werkbaar blijft door de aanwezigheid van het kind. Er wordt dan tekort gedaan aan de andere leerlingen die evenveel nood hebben aan ondersteuning.
  • Als het welbevinden van een schoolteam omwille van het kind naar burn-out dreigt over te hellen.
  • Als alle haalbare middelen door de klasleraar, internen en externen van de school uitgeprobeerd zijn, maar ontoereikend blijken te zijn.

 

Het kind zal, via het MDO, doorverwezen worden naar een onderwijsvorm waar aangepast onderwijs kan geboden worden. Deze kinderen hebben recht op voor hen aangepast, kwaliteitsvol onderwijs.

 

d. De ouders


Ouders worden, met respect voor elkaar verantwoordelijkheid, gezien als volwaardige gesprekspartners in de school. Daar twijfelt niemand aan.

Ouders dienen, ten opzichte van hun kind, de klasleerkracht te ondersteunen. Het belang van elk kind moet op de eerste plaats komen. De problemen, die zich kunnen voordoen, worden steeds in overleg besproken.

Indien het gewenst niveau door het kind niet behaald wordt, moet er op een constructieve manier bijgestuurd worden. De reden van het niet behalen van een doel, kan niet vrijblijvend op de school of op de leerkracht afgeschoven worden.

Bij het niet behalen van een bepaald niveau speelt het aanvaardingsproces van de ouders, de draagkracht van de school en het welbevinden van het kind een rol.

 

5. VIJFDE PIJLER: Samen één school

 

De school is een levende gemeenschap afgestemd op de hedendaagse wereld.
Het geheel is meer dan de som van de delen: onze school streeft naar gedeelde verantwoordelijkheid om te komen tot kwaliteit.
De samenwerking tussen goed opgebouwde structuren maakt van de school een open gemeenschap die steeds in beweging is.